Ledenvergadering LVMP

Aanmelden

LVMP middagsymposium

in samenwerking met de NBMF werkgroep

‘Scientist-practitioner: hoe doe je dat?’

Praktijk met onderzoek combineren: een ambitie die velen van ons hebben maar die vaak juist lastig blijkt te combineren in de dagelijkse werkpraktijk. In dit middagsymposium nemen GZ en KP psychologen die zelf praktijk en onderzoek combineren of PhD studenten die intensief samenwerken met clinici ons mee in hun manier van werken. Ze delen tips en tricks, maar ook hun failures, om onderzoek en praktijk te combineren.

In verschillende programmaonderdelen zullen onderzoekers en clinici uit diverse stadia van hun carrière spreken over hun ervaring in de klinische praktijk. Zo spreken PhD studenten over hun samenwerking met clinici bij het uitvoeren van hun onderzoek en nemen GZ en KP psychologen ons mee in de route die zij hebben gevolgd om beide trajecten (klinische praktijk en wetenschap) te combineren. Elk blok wordt telkens gevolgd door een paneldiscussie met alle sprekers en er is volop ruimte voor een levendige discussie.

 

Sessie 1

PhD studenten over samenwerking met clinici en onderzoek uitvoeren in de klinische praktijk

o.l.v. Andrea Evers


1.1  “Online groepscursus voor ouders van kinderen met kanker”

           Mala Joosten, Prinses Maxima Centrum

In een RCT onderzochten wij het effect van een online groepsinterventie voor ouders van kinderen met kanker. Onder begeleiding van een psycholoog en/of maatschappelijk werker delen ouders ervaringen in groepjes van 3-6 deelnemers, gedurende zes wekelijkse sessies. Het doel is het aanleren van actieve coping strategieën en het verbeteren van psychosociaal welzijn.

 

1.2  “Patientenprofielen voor een leefstijl programma tijdens hartrevalidatie”

           Sara Hondmann, Universiteit Leiden

Mijn onderzoek is onderdeel van het Enduring Rewards project waarin wij onderzoeken hoe eHealth gezond gedraag langdurig kan ondersteunen. Ik focus op hoe het begrijpen van verschillende patiënt-profielen kan leiden tot ruimte voor verbetering en personalisatie van ehealth, specifiek voor cardiologie patiënten.

 

1.3  “Multidisciplinaire poli voor kinderen met een bottumor”

           Hinke van der Hoek, Prinses Maxima Centrum

Het doel van het onderzoek is om psychosociale uitkomsten en determinanten te bepalen van patiënten en survivors van een botsarcoom. De gegevens worden verzameld binnen een multidisciplinaire follow-up poli waarbij patiënten worden gezien door een kinderoncoloog, orthopedisch chirurg, revalidatiearts, psycholoog en fysiotherapeut. Hiernaast vullen zij vragenlijsten in en worden en fysieke testen afgenomen. Er werken twee onderzoekers samen op dit project: de psycholoog-onderzoeker beschrijft o.a. angst, depressie, body image en vermoeidheid, daarnaast beschrijft een arts-onderzoeker de medische en functionele uitkomsten.

 

1.4  “Magie ter ondersteuning van een hartoperatie bij kinderen”

           Anne Versluis, LUMC Willem-Alexander Kinderziekenhuis

Het onderzoek is een samenwerking tussen het Willem-Alexander Kinderziekenhuis, Victor Mids (Nederlandse illusionist) en de sectie Gezondheids-, Medische- en Neuropsychologie van Universiteit Leiden. Veel kinderen en hun ouders vinden ziekenhuisbehandelingen en -opnames erg spannend. Wij onderzoeken de inzet van magie en illusies in het kinderziekenhuis, met als doel om de ervaren stress te verlichten en de positieve verwachtingen te verhogen

 

Sessie 2

GZ en Klinisch Psychologen over de route om klinische praktijk en wetenschap te combineren

o.l.v Judith Prins


2.1  “Behandeling op maat in de psychologische kankerzorg”

           Annemarie Braamse, Amsterdam UMC

Er zijn diverse evidence-based symptoomspecifieke behandelingen voor patiënten met kanker en psychische klachten. Denk aan cognitieve gedragstherapie voor vermoeidheid na kanker, depressie of angst voor terugkeer van kanker. In mijn onderzoek kijk ik of je deze behandelingen op systematische wijze kunt personaliseren. En of dat meerwaarde heeft vergeleken met een standaard geprotocolleerde behandeling.

 

2.2 “Het welzijn van ouders tijdens en na een gecompliceerde tweelingzwangerschap’’

          Nienke Vreeken, LUMC

Deze studie is onderdeel van de Twinlife studie van het LUMC. In Twinlife wordt de gezondheid en de ontwikkeling van tweelingen en hun ouders gevolgd. Er zijn verschillende meetmomenten vanaf de zwangerschap tot en met de leeftijd van 8 jaar waarin lichamelijk, epigenetisch en psychologisch onderzoek wordt gedaan. Tijdens de zwangerschap en 6 maanden na de geboorte vullen ouders een aantal vragenlijsten in over henzelf en hun kinderen. Mijn onderzoek richt zich op deze data om in kaart te brengen hoe het met ouders gaat en of er verbanden zijn tussen de verschillende complicaties, het welzijn van ouders en de ontwikkeling van de kinderen.

 

2.3 “Klinische neuropsychologie op de afdeling kinder neuro-oncologie”

          Juliette Greidanus, Jeroen Bosch Ziekenhuis

"De afgelopen 4 jaar heb ik de opleiding tot specialist (Klinisch Neuropsycholoog) gedaan in het Prinses Máxima centrum voor kinderoncologie. Vanuit de praktijk geïnspireerd heb ik wetenschappelijk onderzoek verricht naar de samenhang tussen emotioneel functioneren, vermoeidheid en cognitief functioneren bij kinderen na het einde van hun oncologische behandeling. Research en zorg integreren voor deze kwetsbare doelgroep was een mooie combinatie binnen een centrum met een grote onderzoeksafdeling, maar bracht ook uitdagingen met zich mee in de dagelijkse praktijk. Momenteel werk ik als Klinisch Neuropsycholoog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en ben ik me aan het oriënteren hoe onderzoek te blijven combineren met de patiëntenzorg, omdat ik heb ervaren dat dit een grote meerwaarde heeft."

 

2.4 “Diagnostiek van cognitieve stoornissen bij ouderen met een migratie achtergrond”

          Miriam Goudsmit, OLVG

In Nederland en in Europa wonen steeds meer ouderen met een migratie-achtergrond. Door specifieke risicofactoren is de prevalentie van dementie in deze groep hoger. Wanneer deze ouderen naar de geheugenpoli komen, vormen taalverschillen, culturele verschillen en het vaak lage opleidingsniveau of analfabetisme de grootste barrières voor goede cognitieve diagnostiek. Het proefschrift van Miriam Goudsmit had als eerste doel om de diagnostische nauwkeurigheid van cognitieve screeningstests te verbeteren voor (laagopgeleide) ouderen met een migratie-achtergrond. Een tweede doel was het in kaart brengen van de symptomen en klinische kenmerken van ouderen met een migratie-achtergrond en het vergelijken hiervan met die van oorspronkelijk Nederlandse ouderen op de geheugenpolikliniek. In de presentatie wordt kort ingegaan op de resultaten en de aanbevelingen voor de klinische praktijk.